Born: Genre: Style: |
1954 – Cincinatti, Ohio, U.S.A. Funk / Soul Soul – Disco – Funk |
Year | Album Title | Label | In House |
---|---|---|---|
1959 | Shout! | RCA | No |
1962 | Twist & Shout | WAND | No |
1963 | Twisting and Shouting | United Artists Records | No |
1966 | This Old Heart of Mine | Tamla | No |
1967 | Soul on the Rocks | Tamla | No |
1969 | It’s Our Thing | T-Neck | No |
1969 | The Brothers Isley | T-Neck | No |
1969 | Get into Something | T-Neck | No |
1971 | Givin’ It Back | T-Neck | No |
1972 | Brother, Brother, Brother | T-Neck | No |
1973 | 3 + 3 | T-Neck | On Website |
1973 | The Isleys Live | T-Neck | No |
1974 | Live It Up | T-Neck | YES |
1975 | The Heat Is On | T-Neck | YES |
1976 | Harvest for the World | T-Neck | On Website |
1977 | Go for Your Guns | T-Neck | No |
1978 | Showdown | T-Neck | No |
1979 | Winner Takes All | T-Neck | No |
1980 | Go All the Way | T-Neck | YES |
1981 | Grand Slam | T-Neck | YES |
1981 | Inside You | T-Neck | No |
1982 | The Real Deal | T-Neck | No |
1983 | Between the Sheets | T-Neck | No |
1985 | Masterpiece | Warner Bros. Records | YES |
1987 | Smooth Sailin’ | Warner Bros. Records | No |
1989 | Spend the Night | Warner Bros. Records | No |
1992 | Tracks of Life | Warner Bros. Records | No |
1993 | Live | Elektra | No |
1996 | Mission to Please | T-Neck | No |
2001 | Eternal | Dreamworks Records | No |
2003 | Body Kiss | Dreamworks Records | No |
2004 | Taken To The Next Phase | T-Neck | No |
2006 | Baby Makin’ Music | Universal music | No |
2015 | Groove With You… Live | T-Neck | No |
2017 | Power of Peace | Legacy | No |
Ze bestaan langer dan de Rolling Stones, Jimi Hendrix speelde in hun begeleidingsband en ze funkten eerder dan James Brown. The Isley Brothers zijn met afstand de soulgroep met de langste adem. Hun nieuwste album ‘Power of Peace’ (28 juli 2017) is een collaboration met de gitaar legende Santana.
“Broederlijke Soul”
Vader O ’Kelly Isley, zelf ook professioneel zanger, wist het al op de dag dat hij zijn vrouw Sallye Bernice ontmoette, medio jaren dertig. Zij zou hem vier zonen gaan schenken, die een vocaal kwartet zouden vormen genaamd The Isley Brothers, dat uiteindelijk beroemder zou worden dan The Mills Brothers, de toenmalige top. Zijn profetie kwam ijzingwekkend nauwkeurig uit, want met tussenpozen van twee jaar werden vanaf 1937 achtereenvolgens O’Kelly Jr., Rudolph, Ronald en Vernon geboren. Ze kwamen ongeveer zingend ter wereld, traden bijkans eerder op dan ze konden lopen.
In de First Baptist Church van Lincoln Heights, nabij Cincinatti, Ohio, waar hun moeder organist en koorleidster was, werd de basis gelegd voor hun muzikale carrière. Daar begonnen ze met optreden, al bestond hun muzikale opvoeding zeker niet uit alleen gospel. Pa Isley maakte ze opzettelijk vertrouwd met zoveel mogelijk genres, dus ook met klassiek, country, evergreens en shownummers. Bij de eerste talentenjacht die ze wonnen, zat jazzdiva Dinah Washington in de jury. Zij vertelde Isley Sr. Niets nieuws, toen ze hem verzekerde dat deze vier jongens heel populair gingen worden en dat de vierjarige Ronnie de grote ster in hun midden zou zijn. Ook deze profetie werd bewaarheid, want wat Michael bij de Jacksons was, dat is Ronald altijd bij de Isley’s geweest.
De carrière van The Isley Brothers heft heel veel hoogtepunten gekend, niet alleen commercieel, maar vooral artistiek. Maar bij hoge pieken horen onafscheidelijk diepe dalen, bij de Isley’s vooral in de vorm van persoonlijke tragedies. Die waren overigens nooit het gevolg van overmatig drank- en/of drugsgebruik, want de Isley’s was van het begin tot nu- en het eind is nog niet in zicht – sprake van een ijzeren discipline.
De eerste tragedie kwam al heel vroeg. De vier nog schoolgaande broers – die er inmiddels met de nakomertje Ernie (1952) en Marvin (1953) twee broertjes bij hadden – waren in 1955 hun professionele carrière nog geen jaar geleden begonnen, toen Vernon op weg naar school iets tussen zijn voorwiel kreeg en over het stuur van zijn fiets vloog, recht voor de wielen van een vrachtwagen. Hij was op slag dood. Het heeft meer dan een jaar geduurd eer zijn broers daar overheen waren.
Tegen de tijd dat ze met z’n drieën weer goed en wel aan het optreden waren, overleed in 1956 O ‘Kelly Isley Sr. Aan een hartaanval, iets wat hij al een jaar had voorspeld. Deze keer lieten de broers zich daar niet meer door stoppen: ze zochten het zelfs hogerop door naar New York te verkassen, op jacht naar een platendeal. Diverse singles op diverse labels volgden, wat hun wel optredens maar geen iets opleverde. Pas in 1959 was het raak met een vraag- en antwoordspelletje dat ze al jaren live deden, stammend uit hun gospelverleden: Shout, op RCA. Hoewel het niet hoger kwam dan 47 in de US pop-charts, groeide het nummer wel uit tot een rockstandaard en werden er uiteindelijk een miljoen singles van verkocht.
In 1960 kochten ze een huis voor hun moeder in Teaneck, New Jersey, zodat de familie weer bijeen was. Maar het lukte ze niet om meer hits te scoren. Niet via RCA en niet niet via Atlantic, waar ze zelfs met Leiber & Stoller werkten. Pas in 1962 scoorden ze voor de tweede keer, met een nummer geschreven door Bert Berns: Twist And Shout, een jaar eerder opgenomen door The Top Notes, maar slecht geproduceerd, door nota bene Jerry Wexler en een nog jonge Phil Spector, dus geen hit. Berns paste het nummer aan voor de Isley’s en produceerde zo een top 20-hit voor ze, op Wand Records. Tegelijkertijd scoorden Joey Dee & The Starliters een monster hit met hun versie van Shout, dus de Isley’s waren alomtegenwoordig.
Optredens te over voor Ronald, Kelly, Rudolph en hun begeleidingsband, maar opnieuw lukte het niet om nieuwe hits te scoren in 1963 tekenden ze bij United Artists, wat diverse singles en een album opleverde, maar geen noteringen. In 1964 besloten ze zich toe te leggen op het schrijven van eigen songs en ook hun eigen label op te richten , T-Neck Records. Dat jaar trad Jimi Hendrix toe tot hun begeleidingsgroep. Hij woonde zelfs enige tijd bij ze in huis en bracht de jeugdige Ernie en Marvin de beginselen van het gitaarspel bij, iets wat hun oudere broers nooit deden, omdat pa Isley ooit had bestemd dat Ernie en Marvin zouden gaan studeren om daarna de zaken van hun oudere broers te kunnen behartigen. De Isley’s toerde met Hendrix door Amerika en Engeland en namen diverse nummers met hem op, waaronder funky tracks als Testify en Move Over Let Me Dance, waarin alle later zo bekend geworden gitaarlicks van Hendrix al rudimentair aanwezig zijn.
Maar op eigen kracht platen verkopen ging hen minder goed af; daarom besloten ze dat aan Atlantic over te laten. Tevergeefs. Toen eind 1965 bleek dat Motown geïnteresseerd was in de groep, vlogen ze direct naar Detroit. Daar mochten ze meteen met het Holland-Dozier-Holland team aan de slag, wat de R&B – Soul topper This Old Heart Of Mine (Is Weak For You) opleverde, hun derde grote hit, die de top tien net niet haalde. In Engeland kwamen ze in 1967 met dat nummer zelfs in de top drie, hetgeen ze deed besluiten zich daar te vestigen. Maar ook bij Motown bleef het grote succes met opvolgers uit, zelfs toen ze (opnieuw met Holland-Dozier-Holland) Take Me In Your Arms (Rock Me A Little While) uitbrachten. Dus waren ze eind 1968 weer terug in New Jersey en wekten ze T-Neck Records weer tot leven. Deze keer met gedegen promotie en distributie via Buddah Records, want de Isley’s leerden wel altijd van hun fouten.
De start van deze nieuwe opzet bleek feilloos: Ronald schreef It’s Your Thing en nam het op – min of meer per ongeluk – met zijn twee jonge broers Ernie en Marvin, die zich inmiddels hadden bekwaamd op respectievelijk drums (en al snel ook gitaar) en basgitaar, samen met toetsenman Chris Jaspers, hun zwager. Ze hadden zelfs een eigen groep, The Jassman Trio, zonder oudere Isley’s daar aanvankelijk iets van wisten. De pure funk track It’s Your Thing haalde de tweede plaats van de US pop-charts en Ronald won er een Grammy mee (Best R&B Vocal of 1969). Er werden vijf miljoen singles van verkocht, tientallen andere artiesten coverden het succesnummer, maar het belangrijkste winstpunt was dat de Isley’s eindelijk hun definitieve vorm hadden gevonden. En dit mede dankzij de nieuwe lichting familieleden, die uiteindelijk uitgroeide tot de vaste begeleidingsgroep van Ronald, Rudolph en Kelly, zodat de groep bestond uit vijf broers en een zwager.
T-Neck werd ondergebracht bij CBS en het eerste resultaat was het album ‘3 + 3’ (1973), dat de nummer 6 pophit That Lady opleverde, een indringende soulnummer met een uniek gitaargeluid van benjamin Ernie Isley, in de geest van Hendrix. Voor hun volgende album, Live it Up, speelde ze een nieuwe troef uit, door het engineer-producers-programmeurs duo Cecil & Margouleff te involveren. Dat had twee jaar eerder de muziek van Stevie Wonder aan een metamorfose onderworpen met het album Music On My Mind. Toch moet Live It Up, dat weliswaar twee hits opleverde, worden beschouwd als een voorstudie van hun derde CBS album, dat toepasselijk The Heat Is On werd getiteld. Het bevat een super funky A-kant met daarop onder meer de nummer vier pophit Fight The Power, en een gelikte soulvolle B-kant met daarop nummer 22 pophit For The Love Of You. Dit album is een van de hoogtepunten in hun carrière. Er volgde maar liefst negen CBS albums in dezelfde bezetting, tot en met 1983, met louter eigen nummers met teruglopend succes.
Toen in 1983 het contract tussen T-Neck en CBS moest worden verlengd, ontstond er voor het eerst onenigheid in de familie. De oudere drie gingen verder naar Warner Bros, de jongere drie wilde absoluut bij CBS blijven. Het geschil ontaardde in een ware oorlog tussen de twee kampen, die elkaar tot voor de rechter bevochten: The Isley Brothers en Isley-Jasper-Isley. Toch bleken de afzonderlijke albums niet zo sterk als voorheen en er moest opnieuw een persoonlijke tragedie aan te pas komen om uit deze jarenlange impasse te geraken: het plotselinge overlijden van O ‘Kelly Jr., de oudste broer, die net als zijn vader aan een hartstilstand overleed, in zijn slaap, in 1986, slechts 49 jaar oud. Bij zijn begrafenis waren al zijn broers voor het eerst bijeen. Deze gebeurtenis bracht Rudolph er uiteindelijk toe uit de muziek en het klooster in te gaan. Kort daarna besloot Chris Jasper plotseling zonder overleg solo te gaan, zodat beide groepen uiteen vielen. Ernie ging solo en Marvin herenigde zich met Ronald om de Isley Brothers verder te zetten.
Rond die tijd trad ook singer-songwriter Angela Winbush tot het Isley-kamp toe, eerst als producer, maar al snel ook als liefje van Ronald en uiteindelijk (1993) als zijn vrouw. Na een solo album (High Wire, 1990 Elektra) kwam Ernie ook weer terug en gedrieën maakten ze uiteindelijk in 1996 een echt succesvol album: Mission To Please, op Island, met prachtige vocalen van Ronald en vloeiende gitaarpartijen van Ernie. Tegelijkertijd stond Ronald in de hitlijsten als gastzanger bij R Kelly(Down Low) waarmee hij een nieuwe bron aanboorde, die aan twee kanten zou gaan spuiten. Ten eerste werd hij steeds vaker als gastvocalist gevraagd (bij Kelly Price, Quincy Jones, Ja Rule, Jay-Z, Nas, Nelly en Warren G) ten tweede zou de samenwerking met R Kelly jaren voortduren, waarbij ook Ronalds succesvolle gangster-alter ego Mr. Biggs werd ontwikkeld en grootgemaakt mer de wereldhit Contagious (Album Eternal 2001). Voor de zoveelste keer bewees Ronald de tijdgeest perfect aan te voelen en zijn instrument – die prachtige stem – feilloos te paren aan nieuwe muzikale ontwikkelingen.
In het nieuwe millennium is de groepsnaam dan ook aangepast tot The Isley Brothers featuring Ronald Isley, en heeft ook Marvin de groep moeten verlaten, als gevolg van een jarenlange verwaarloosde suikerziekte, die tot gedwongen amputatie van een aantal lichaamsdelenleidde. In 2001 scheidde Angelaen Ronald, maar ze bleven wel nauw samenwerken. Voor het album Body Kiss (2003) van de Isley’s produceerde, schreef en arrangeerde R Kelly elf van de twaalf nummers. Ronald kwam datzelfde jaar ook met een duo album met Burt Bacharach, en hij trouwde met zijn backing vocaliste Kandy Johnson.
2005 moest hij voor de rechter verschijnen wegens belasting ontduiking, waarvoor hij eigenlijk 9 januari 2006 zou worden berecht, met een kans op een maximum straf van 26 jaar. Op 5 september 2006 werd hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar en een maand en het terugbetalen van $ 3,1 miljoen aan ontdoken belastinggeld.