Miles Davis – (1957) Ascenseur Pour L’Échafaud (Lift To The Scaffold)

Het Bejaarde Plaatjes Huis

Miles Davis – (1957) Ascenseur Pour L’Échafaud (Lift To The Scaffold)

  • Releasedatum: 1957
  • Label: Music On Vinyl
  • Catalogus #: MOVLP419
Terug naar Genre The Story Of

Rating: Excellent

Cinématische nevels in klank gegoten

In de winter van 1957 wandelde Miles Davis niet alleen door de straten van Parijs, maar ook door een innerlijk landschap dat broeide van verandering. Achter hem lagen de stormen van bebop en de verstilling van zijn Birth of the Cool–tijd, maar voor hem opende zich iets nieuws—een onverwachte filmklus van de Franse regisseur Louis Malle. Malle zocht geen conventionele soundtrack voor zijn speelfilm Ascenseur pour l’Échafaud, maar muziek die ademde, improviseerde, leefde. Davis, die al zijn hele carrière op het kruispunt van disciplines balanceerde, stemde toe—en ging de uitdaging aan met niets dan een paar thematische aanwijzingen en het beeld zelf als partituur.

Wat hij die nacht in de Parijse studio neerzette, is meer dan filmmuziek. Het is een suite van impressionistische stemmingen, volledig geïmproviseerd, met de filmprojectie als gids en de intuïtie als kompas. Hier geen gepolijste melodieën of bombastische motieven, maar echo’s van verlaten straten, sigarettenrook in hotellounges, en een eenzame trompet die zich als een schaduw tegen het doek aftekent. Davis’ spel is fluisterend, breekbaar—als het zachte bonzen van een geweten op de muren van een hotelkamer. De ritmes zijn traag en zwevend, gedragen door René Urtreger op piano, Barney Wilen op sax, Pierre Michelot op contrabas, en Kenny Clarke op drums. Franse jazzcats die hun plek vonden onder de hoede van een meester die maar één richting kende: voorwaarts.

De muziek op dit album onttrekt zich aan elke traditionele jazzvorm. Geen thema’s met voorspelbare soli, geen geijkte AABA-structuren—dit is vrije expressie, maar dan zonder de cerebrale koelte van latere freejazz. Hier is vrijheid warmbloedig, melancholiek. Elke toon is een vraag zonder antwoord, een suggestie in plaats van een stelling. De trompet van Davis is geen verteller, maar een getuige—van wat, weten we niet precies, maar we voelen dat het belangrijk is. Deze plaat is de stilte tussen woorden, vertaald naar geluid.

Toen het album in 1958 verscheen, bevond Europa zich in een culturele kentering. De naoorlogse jeugd zocht nieuwe vormen van expressie, en jazz werd het klankbord van existentialisten, bohemiens en cinefielen. In de Verenigde Staten was jazz bezig te formaliseren in hardbop en cool jazz, maar hier in Frankrijk mocht het nog ongetemd zijn. Davis’ muziek paste naadloos in dat moment: modern en mysterieus, geworteld in de blues maar reikend naar iets universelers—iets dat sprak tot de nacht, de twijfel, de drang naar betekenis.

De opnames vonden plaats op 4 en 5 december 1957 in Le Poste Parisien, een radiostudio in de Franse hoofdstad. Louis Malle projecteerde de film op een scherm, en Davis bewoog zich erlangs als een schaduwspeler, zijn trompet reagerend op beelden als een tweede huid. De sfeer in de studio moet haast sacramenteel zijn geweest—de musici speelden in stilte, bijna fluisterend, alsof ze niet aan het opnemen waren maar iets aan het bezweren. Geen herhalingen, geen edits. Eén keer goed, en dan voor altijd vastgelegd.

Op vinyl klinkt Ascenseur pour l’Échafaud als een schemerlicht in een stille kamer. De persing van deze originele Fontana-uitgave draagt de sporen van haar tijd: een warm, korrelig midden, een ademende ruimte tussen de instrumenten, en een tikje ruis dat eerder voelt als patina dan als ruis. De dynamiek is organisch; je hoort de trompet naderen en weer oplossen in de stilte. De mastering is zonder poespas—dit is geen productie die zich opdringt, maar die langzaam openbloeit als je je oren eraan toevertrouwt. Het hoesontwerp, met Jeanne Moreau’s gezicht in zwart-wit gefotografeerd, is net zo suggestief als de muziek zelf: elegant, tijdloos, en met iets ongrijpbaars in de blik.

Wie dit album opzet, luistert niet alleen naar een jazzplaat, maar betreedt een wereld. Een wereld waar regen op trottoirs tikt, waar trappenhuizen fluisteren, en waar de tijd even stil lijkt te staan. Het is een werk dat niet schreeuwt om aandacht, maar je met zachte hand de diepte in lokt. Een sonische novelle, geschreven in noten, stiltes en half uitgesproken zinnen. Ascenseur pour l’Échafaud is geen soundtrack meer van een film, maar van een stemming, een nacht, een herinnering die je niet wist dat je had.

Een album als een verlaten Parijse straat om drie uur ’s nachts—kil, maar vol beloften voor wie durft te dwalen.

= Full Album Play List =

= Track List =

OUDERS: Annelies & Erwin

BUY AT DISCOGS BUY AT JPC.DE

ANDERE BEJAARDE PLAATJES

Randy Newman – (1978) 12 Songs

Releasedatum: -nov-1978

Lees verder

Marvin Gaye – (1978) Here, My Dear

Releasedatum: -nov-1976

Lees verder

Everything But The Girl – (1984) Eden

Releasedatum: -nov-1984

Lees verder

Stevie Wonder – (1976) Songs In The Key Of Life

Releasedatum: -nov-1976

Lees verder

Duran Duran – (1981) Duran Duran

Releasedatum: -nov-1981

Lees verder

Queen – (1975) A Night At The Opera

Releasedatum: -nov-1975

Lees verder