Terug naar Genre |
![]() |
|
![]() |
Rating: Great |
Het tweede album van Don McLean, American Pie, dat voor het eerst erkenning kreeg na de verwaarloosbare eerste verkoop van Tapestry uit 1970, wordt noodzakelijkerwijs gedomineerd door het titelnummer, een lange, allegorische geschiedenis van rock & roll, omdat het een onwaarschijnlijke hit werd, die de singles chart aanvoerde en de LP ook op nummer één zette.
“American Pie” is net zo goed een culturele toetssteen gebleven als een song, gezongen door iedereen van Garth Brooks tot Madonna, de titel geleend voor een paar tienerkomedies, terwijl de plaat zelf een geregistreerde drie miljoen plays heeft verdiend op Amerikaanse radiostations. Er valt dus niet veel meer over op te merken, behalve dan dat zelfs zonder een crib sheet om te identificeren wie wie is, het nummer nog steeds kan worden genoten van de meeslepende melodie en het zingbare refrein, wat misschien meer met het succes te maken heeft dan iets anders.
Natuurlijk bevatte het album ook “Vincent”, McLeans lofzang op Van Gogh, dat al twee miljoen keer is gedraaid. Niets op het album is zo effectief als de hits, maar de andere acht originele nummers variëren van gevoelige kost als “Till Tomorrow” tot het sarcastische, uptempo “Everybody Loves Me, Baby”. American Pie — het album — is zeer zeker een plaat van zijn tijd; het is doordrongen van de vage depressie van de vroege jaren ’70 die de bevolking infecteerde en tot uitdrukking kwam in het werk van singer/songwriters. “American Pie” – het lied – is eigenlijk een kritiek op wat er in de jaren ’60 in de populaire muziek gebeurde, en “Vincent” sympathiseert met Van Goghs zelfmoord als een gezond commentaar op een krankzinnige wereld. “Crossroads” en “Empty Chairs” zijn persoonlijke bespiegelingen vol spijt en neerslachtigheid, met het liefdesliedje “Winterwood” dat de enige adempauze biedt. In de tweede helft van het album worden de nummers wat pessimistischer, waarbij de kwalen van de maatschappij worden getraceerd naar oorlog en spirituele problemen in “The Grave” en “Sister Fatima”.
De songs zijn des te aangrijpender door de statige folk-pop arrangementen en McLean’s heldere, directe tenor. Het was die stem, even effectief op remakes van pop oldies, die zijn redding was toen hij niet in staat bleek om de songwriting standaard te evenaren die op Tapestry en deze collectie werd gezet. Maar het album heeft dan ook een algehele elegische kwaliteit waardoor het klinkt als een slotverklaring. Immers, als de muziek is gestorven, wat valt er dan nog te zeggen?
= Full Album Play List =
= Track List =